Na de Axell-brand: de grote schoonmaak
“Een mooie dag om kunstmest te strooien”. Dat dacht melkveehouder Jos Pijs op Tweede Paasdag van dit jaar nadat hij zijn koeien had gemolken. ‘Maar toen ik buiten de schuur stapte zag ik zwarte lucht. “Geen kunstmest dus vandaag” schoot door mijn hoofd. Snel bleken de problemen groter dan dat: het leek wel of het stukjes glas en isolatiemateriaal regende. Een uur later kreeg ik al een eerste bericht van Luyten.’
Arko de Hoon zat in de auto toen hij de rookpluimen zag. ‘Ik belde mijn broer die in de buurt van Jos woont.
Die vertelde dat de brokstukken naar beneden kletterden. Ik besloot direct om onze klanten in dat gebied te gaan bellen, samen met mijn collega Lissa de Vooght. “Sluit alles af, haal dieren en machines naar binnen”. Dat was onze eerste boodschap. Maar we wisten dat het nog maar het begin was. De kunst is om kalm te blijven. Waar is de brand, wat zit er in de rookwolken, wat doet het en hoe lossen we het op? En dan snel stappen zetten.’
Jos Pijs wist dat ook. ‘Een erf veeg je schoon, graslanden niet. En daar telen we het voer voor onze dieren. Je
kunt wel bedenken wat er gebeurt als kleine deeltjes glas, isolatiemateriaal en misschien zelfs giftige stoffen in de magen van een koe komen. Gelukkig stonden de koeien nog binnen. Maar het gras was al aan het groeien en er
moest kunstmest op. Had dat nog wel nut en konden we het voer nog wel veilig gebruiken? Toen we het veld in gingen om op te ruimen, zagen we dat het niet te doen was. Ik zat in de middag al te googelen naar oplossingen.’
Hij is niet de enige die daarmee bezig is. Los van elkaar denken de drie broers Martens van Loonbedrijf Martens er ook over na. Peter Martens vertelt: ‘Een van mijn broers melde af voor het gezamenlijke Paasontbijt: hij woont in het gebied. Ook wij wisten dus al vlug wat er aan de hand was. En ook wij zagen dat die brokstukken een flink probleem zouden kunnen zijn. Daar wilden we iets aan doen. Voor onze klanten maar ook voor de regio. Omdat ik weet dat Luyten er ook zo in staat, belde ik Arko.’
Arko: ‘Net daarvoor had Arnold Martens zich al gemeld met een mogelijke oplossing. Niet toevallig: die mannen zijn goed in het bedenken van aanpassingen op machines.’ Peter beaamt: ‘We zien altijd de uitdaging
als ergens nog geen oplossing voor is. Toen Arko het idee van Arnold herhaalde, wist ik dat die het beste was. “Kom het maar snel testen in het veld”, zei Arko. Daarop hebben we meteen de machine besteld die de basis zou vormen van onze oplossing. Het was een soort stofzuiger waar we zelf een andere zuigmond op hebben geplaatst. Op vrijdag om 12 uur zouden verzekeringsexperts bij Jos de schade komen bekijken. We waren net op tijd om met de stofzuiger aan te tonen dat de rommel die je met het blote oog zag maar 10% was van het geheel.’
“De ravage als we te laat zijn, is niet te overzien. Het móest lukken.”
Arko legt uit hoe belangrijk dat was: ‘Als assurantietus- senpersoon geven we onze klanten altijd onafhankelijk advies over de verschillende verzekeraars. De experts van die verzekeraars bepalen hoe groot de schade is en dat is de basis voor de latere uitkering. Door de machine van de Gebr. Martens konden we de omvang van de schade en zelfs al een mogelijke oplossing laten zien. Daarna
hebben we samen hard gewerkt: Martens ontwikkelde de machine verder door, wij waren in overleg met de verzekeraars voor de dekking van de kosten. Dat laatste kost altijd tijd, maar die hadden onze klanten niet.
Ik heb daarom gezegd tegen Martens: ga door met ontwikkelen.. De ravage als we te laat zijn, is niet te overzien. Het móest lukken.’
Peter: ‘We hebben uiteindelijk in twee weken twee machines gebouwd met een nog grotere zuigmond en die bevestigd aan tractoren. Normaal gesproken duurt zo’n ontwikkeling wel een half jaar. Daarna hebben we 24 uur per dag gewerkt om het gebied van 350 hectare op te ruimen. In totaal heeft de klus zo’n 2.800 uur gekost.’ De coördinatie van de opruimactie lag bij Luyten. ‘We hebben als team goed gekeken naar de prioriteiten: de noodgevallen werden als eerste geholpen.’ Jos Pijs was daar niet bij. Jos: ‘Dat begrepen we ook. Een boer die zonder voer zit, moet eerst worden geholpen. En we wisten van Arko ook dat wij goed verzekerd waren, bij ons was de nood minder hoog. Thuis zeiden we vaak tegen elkaar: “wat zijn wij blij dat we bij Luyten verzekerd zijn.” Het is echt een bedrijf dat voor zijn klanten gaat.’
Arko vult aan: ‘Wij hebben op onze beurt veel waardering voor de solidariteit die mensen in het getroffen gebied lieten zien. Net als overigens voor de zeer meewerkende houding van Axell. En vanzelfsprekend voor Martens die hun nek uitstaken om met een oplossing te komen. Dat had enorme impact ook op hun bedrijfsvoering, ze waren er dag en nacht mee bezig. Dat gold ook voor ons team.’ Nu alles achter de rug is kijken de mannen terug op de periode. Arko: ‘De inzet, de innovatieve oplossingen, de solidariteit en het vertrouwen, dat is allemaal best bijzonder. We hebben er ook veel van geleerd en daarom zetten we ons nu landelijk in voor betere protocollen rondom dit soort branden. Het werk
is nog niet gedaan, maar als regio lopen we hierin nu voorop. En daar mogen we samen trots op zijn.’